Thursday 31 January 2013

Mijn zonnetje

Vannacht stond je aan de trap. Je riep me. Ik keek omhoog en zag je staan. Knuffel in je ene hand, je andere hand aan de trapleuning. Je had je bruin met oranje pyjama aan. Pyjamabroek in je sokken. 'Mama!', riep je, 'Het is donker, ik ben een beetje bang.' Ik knipte het licht op de overloop aan. 'Mama, kom je boven?' 'Ik kom zo', zei ik. 'Nu is het licht, op maar vast naar je kamer en doe de lamp maar aan, dan kom ik er aan.' En toen je naar je kamer liep en de lamp aanknipte werd ik wakker.

Je bent 4 dagen weggeweest, op ski kamp met school. Van te voren was het spannend, niet voor jou, maar voor mij. ´Krijg ik nog een knuffel?', vroeg ik voor je de bus in stapte om te gaan. 'Moet dat?', mompelde je. Je zuchtte, je wil nu eenmaal niet aangeraakt worden, liever niet. Je vader was je ook al even gedag komen zeggen en had zonder dat jij er erg in had je een onverwachte knuffel gegeven. Je verstarde. Je vader had dat niet in de gaten en ging weer weg. Met een zucht gaf je me een knuffel en verdween in de bus. Zwaaien? Nee, daar deed je ook al niet aan. Stel je voor, stom gedoe. Lastig, die moeders.

Meestal krijg ik wel zo'n 1x in de week een knuffel van je. Dat vind jij genoeg. 'Als het echt moet, vooruit dan', zucht je dan. Soms dreig ik, voor de grap, dat ik het van je zakgeld af hou. Natuurlijk meen ik dat niet, stel je voor! Je kunt het je niet voorstellen, dat je moeder wel een knuffel nodig heeft soms. Jij wil het gewoon niet en daarmee uit.

Als klein jochie was je mijn grootste vriend. 'Ik ben jouw vriendje hè mama!' zei je dan. Je was het zonnetje in huis, altijd lachen, altijd vrolijk. Je hoefde maar naar jou te kijken en je boze bui was meteen over. Samen brachten we je broer naar school en gingen dan weer naar huis. Jij ging spelen en ik deed wat in huis. Als ik koffie ging drinken mocht de tv aan. Jij keek naar de Teletubbies op de BBC en zat blij in je stoeltje voor de tv 'bye bye' te roepen en te zwaaien. Of ToyStory moest aan. Dan zat je met Buzz Lightyear en Woody in je armen geklemd voor de zoveelste keer naar dezelfde film te kijken. Ik kende de zinnen bijna uit mijn hoofd. Soms stond je te dansen en te zingen voor de tv. Het hield allemaal op zodra je naar school moest. Weg was mijn zonnetje. Weg was mijn vriendje. Weg was mijn knuffelmannetje.

En weet je? Je zult het niet geloven misschien. Maar ook al kom jij straks vol verhalen terug van ski kamp. En krijg ik geen knuffel. En ben ik heel blij als je weer voor me staat. Ik mis je. Ik mis mijn zonnetje, ik mis mijn knuffel mannetje, mijn onbedorven ventje dat zodra hij naar school moest zoveel moest presteren onder druk dat hij het zo druk in zijn hoofd kreeg dat hij het niet meer kon verwerken. Dat hij zijn onbedorvenheid kwijt raakte. Zijn vrolijkheid. Dat hij zenuwachtig werd omdat ze zoveel van hem verlangden. Gelukkig ben je nog wel zelfverzekerd gebleven zeker in je puberteit op de middelbare school. Maar de onbevangenheid van toen, hebben ze compleet uit je gehaald. De eeuwige stempel van Pdd-Nos en ADHD hebben ze op je geplakt. En ik, je moeder, zal het moeten doen met af en toe een droom, of een herinnering en foto's en video's. Want ik denk niet, dat jij, mijn jongste zoon, ooit nog het ventje van toen zult laten zien.
Je wilt het wel niet horen, maar ik, je moeder, hou vreselijk veel van je, knuffels of geen knuffels. En of je het snappen wil of niet, voor mij zijn die knuffels een teken van die liefde. En ik ben o zo blij met die zeldzame knuffels van jou! Jammer dat jij ze niet wil ontvangen.
Wie weet, ooit nog.

© KH

1 comment:

A van de Aa said...

Mams, je hebt ze ..
Mams, ze zijn er (altijd en voor altijd).