Thursday 8 March 2012

Wat zal ik je missen!

Het eerste wat ik denk als ik je zo zie liggen is: Wat een rust straalt er van je af. Komt er van je uit! Het hoefde echt niet meer van je he? En nu zeg ik heel erg 'oneerbiedig' je tegen je in plaats van u, maar in mijn hoofd praatte ik zo tegen je. Als ik weer eens mopperde op je omdat je zo eigenwijs was. En dan zei je: 'Nou, eigenwijs is toch ook wijs'. En dan lachte je weer naar me.

Het gekke is: Ik wist het. Op een of ander manier toen ik vandaag naar je toe fietste wist ik het. Ik voelde het. Ik zei tegen mezelf: 'Denk erom: trek het je nou eens niet zo aan. Feitelijk is het je werk en is hij je cliënt.' Maar jij weet ook dat het meer dan dat was. Jij was de opa die ik nooit gehad heb, niet echt tenminste. Jij was mijn 'maatje'. Vreselijk vond je het toen ik 3 jaar geleden moest komen zeggen dat ik niet meer bij je kon komen werken. Omdat de staatssecretaris in al haar 'wijsheid' besloten had dat wij alfa hulpen moesten worden. En dat ik daardoor minder uren moest gaan werken en minder cliënten. Jij was er 1 van waar ik niet meer kon gaan werken. Wat heb ik het er moeilijk mee gehad, maar het ging niet anders. Maar wat waren we allebei blij toen ik vorig jaar weer bij je kwam werken. Wat hebben we samen veel bij gepraat. Jij meer dan ik, natuurlijk.

Want praten, dát kon je! Over vroeger, over de oorlog, Over hoe het leven er vroeger uit zag. Over je leven samen met je vrouw en je dochters. Over hoe je in Brabant terecht gekomen bent vanuit het 'verre' Drenthe. Wat voor dondersteen je als jonge jongen was. En wat gaf het nou dat je soms dingen vaker dan eens vertelde. Ik luisterde graag naar je.

Door alle zorg van je dementerende vrouw heb je jezelf (laten we wel wezen) een 'beetje' verwaarloosd. Je vrouw ging voor. En wat zorgde je goed voor haar! Ik had zo'n enorme bewondering voor je hoe je haar verzorgde! De liefde die uit je ogen sprak voor haar, ook toen ze al in het verzorgingstehuis zat, ja zelfs na haar dood vorig jaar augustus. Je vrouw was je alles.

Zelf ging je langzaam maar zeker achteruit, eigenlijk steeds harder. Toen je een aantal weken geleden in het ziekenhuis terecht kwam bleek dat je hartspier niet meer functioneerde. Je had al hartfalen, een hartinfarct gehad en je moest niet nog meer krijgen of het zou je fataal worden. Gelukkig mocht je na een paar weken naar huis.
Vandaag fietste ik naar je toe. Ik had vanmorgen een gezellig potje met blauwe druifjes voor je gekocht. Om je wat op te vrolijken voor de naderende Lente.
We kletsten wat, ik heb je huis op orde gemaakt, gedaan wat ik elke donderdagmiddag doe. Toen we wat zaten te drinken zei je: 'Ik weet het niet hoor, maar het voelt niet goed. Niet zo als toen met die andere longontstekingen die ik gehad heb. Ik weet niet of dit nog wel goed komt.' Je dochter belde en je zei dat je handen zo verkrampt waren. Ik stond buiten de ramen te zemen, keek naar buiten naar het mooie uitzicht, de molen, de watertoren en het bijna-Lente zonnetje erop en dacht: Daar heb ik nog eens een foto van gemaakt. Fijn dat ik in ieder geval die nog heb. Om meteen te denken: Waarom denk ik dat nou? Ik keek naar binnen en zag je met je ogen gesloten in de zon liggen slapen. Ik kwam naar binnen en ik je vroeg me de planten water te geven want die stonden er zo zielig bij. Je keek nog naar wat voor weer het zou worden en zei dat de temperatuur best lekker was voor de tijd van het jaar.

Ik had de stofzuiger klaar gezet en jij deed je hoorapparaten vast uit voor de herrie. Maar ik liep eerst naar de gang om de planten daar water te geven. Ik zag je aankomen schuifelen met de rollator en je zei: 'Eerst even naar de wc.' Ik zei wat over een bloem in de planten en jij zei: 'Die groeien altijd weer naar beneden heel gek.' Je ging de badkamer in en deed de deur achter je op slot. Toen ik alles gezogen had was je nog niet terug. Ik hoorde je ineens heel zwaar ademen op het toilet. Hijgen bijna. Ik hoopte maar dat je het pufje mee genomen had. Ik borg de stofzuiger op en keek op de klok. Je was al bijna een kwartier op de badkamer. Nu deed je er langer over dan anders sinds je ziek geweest was, maar zo lang? Ik legde mijn oor tegen de deur, maar hoorde niks. Ik klopte aan en riep je naam. Nog een keer en nu harder. Ik pakte een stoel om te kijken of ik door het bovenlichtje kon kijken. Maar dat ging niet. Ik bonsde op de deur en gilde je naam. Toen zag ik dat je je hoorapparaten helemaal uit je oren gedaan had en niet alleen maar afgezet had.
Inmiddels zat je bijna een half uur op de wc. Ik kreeg een gevoel dat het niet goed zat. Ik drukte op de alarmknop. De verzorging kwam eraan en opende de badkamer.
Daar zat je. Lieve meneer van me toch. Je was dood. Je bent dood.

Ik heb het op een of andere manier de hele middag aangevoeld. Ik kan niet zeggen hoe of wat. Maar door alles wat jij gezegd hebt, of door een gevoel. Ik ben verdrietig en blij tegelijk. Verdrietig omdat ik je zo zal missen en blij omdat ik bij je was toen je ging. Omdat je wilde dat ik bij je was. Je dochters zeiden allebei dat ze blij waren dat ik erbij was, zijn vriendin. En daar was ik zo blij om, dat ze dat zeiden. Ik deed heel 'stoer' maar vanbinnen huilde ik dikke tranen. Voor ik wegging ben ik bij je gaan kijken en je lag er zo mooi bij. Je hebt rust, je bent bij je vrouw die je zo vreselijk miste. De spanningen die altijd in je lijf waren zijn er niet meer. Maar wat zal ik je verhalen missen, je gezelligheid. En ja, misschien was je 'maar' een cliënt, maar voor mij niet, voor mij was je 'mijn' meneer Benthem. En ik mis je vreselijk.
Maar dank je wel dat je wilde dat ik bij je was. Wil je wel geloven dat je mijn eerste 'cliënt' bent in vijf jaar tijd die overlijdt?

Alles gebeurd voor een reden. Jij wilde dat het snel ging. Dat is gebeurd. Ik wilde niet dat je alleen was. Ook dat is niet gebeurd. Zo hebben we toch allebei ons zin.
Dag lieve meneer Benthem.

© KH

4 comments:

Christiaan said...

Heel mooi en ontroerend geschreven.

Daan said...

X
heftig...
wat mooi en afgrijselijk verdrietig tegelijk...
nogmaals: X

Kati said...

Dank je wel Chris.

Ja Daan het was ook heftig. En heel verdrietig. Dank je wel.

Lydia said...

Ontroerend geschreven Kati, mooi.