Wednesday 9 November 2011

De handdruk

'En daar heb je nooit over nagedacht?', vroeg Isabel terwijl ze naast Roos haar vriendin en collega naar de lift liep. Roos keek haar verbijsterd aan. 'Mens, jij hebt teveel tijd om na te denken', verzuchtte ze. Ze drukte op de liftknop en zodra de deuren zich openden stapte ze naar binnen. 'Ga je niet mee of moet je weer zo nodig met de trap?' Roos schudde haar donkere krullen. 'Jij bent niet wijs'. Hoorde Isabel nog net toen de liftdeuren sloten. Isabel haalde haar schouders op. Dan maar niet wijs. Sommige dingen moest je gewoon niet doen. Niet met de lift meegaan, ook al was haar werk op de vierde verdieping. Niet met Jan en alleman het bed in duiken zoals Roos deed en niet iedereen een hand geven. Daar ging de discussie nu net over. Isabel had er laatst nog een artikel over gelezen in wat Roos zo'n wazig blaadje noemde. Je geeft iemand een hand, diegene heeft ook overal aan gezeten en je weet niet aan wat. Verder stond er nog in dat je soms maar 1 handdruk van een beroemd iemand verwijderd bent. Stel dat ze iemands hand zou drukken die gisteren nog een interview afgenomen had bij, George Clooney voor een tijdschrift of zo. Dat kan. In theorie is het mogelijk. Je zou dus ook 1 handdruk af kunnen zitten van Obama, bedacht Isabel. Maar ook van bijvoorbeeld een moordenaar. Volgens Roos spoorde ze niet maar wat nou als je iemand een hand gaf en het zou je laatste wel eens kunnen zijn? Je gaf iemand een hand die een dodelijke ziekte onder de leden had? Isabel deed dus niet meer aan handdrukken. Dan erbij ze vond het ook zo afstandelijk. Ze omhelsde liever. Roos vond haar een of andere hippie. 'En te zien aan je kleren ben je ook in die tijd blijven hangen, Isabel. Mens, ga met me mee winkelen.' Roos nam nooit een blad voor haar mond maar Isabel kende haar langer dan vandaag. Nee hoor, Isabel vond Roos een schat maar volgde haar eigen gevoel. 

'Isabel, je moet wel opschieten. Over een uur vertrekt de trein en omdat jij niet met het vliegtuig wilt, zul je nu moeten gaan!'. Roos stond te tikken met haar voet op de grond van ongeduld. Isabel griste nog snel haar tas van een stoel en sleepte haar koffer achter zich aan. 'Ik vind het zo fijn dat wij naar dat congres in Engeland mogen van het werk. En dat het ook met de trein kon.' Isabel trok de deur achter zich dicht en draaide hem zorgvuldig op slot. 
Een uur later zaten ze in de trein van Calais naar Dover. Roos viel in slaap maar Isabel was te opgewonden om te kunnen slapen. Naar Engeland en dan ook nog met haar vriendin. Oké het was dan wel voor het werk maar ze zouden nog genoeg tijd krijgen om rond te kunnen kijken. Dat deed ze ook in de trein. Verbeelde ze het zich nou of zat die man in die zwarte jas nu heel de tijd naar haar te kijken? Ze besloot het uit te testen en pakte haar boek. Stiekem gluurde ze over haar boek naar de man die nog steeds onafgebroken haar aan zat te staren. Ze werd er kriebelig van. Ze besloot Roos aan te stoten. 'Psst, Roos'. 'Hmm, wah?', Roos opende slaperig haar ogen. 'Zijn we er soms?' 'Nee dat niet maar zie je die man? Die helemaal in het zwart is? Hij zit me heel de tijd aan te staren.' Roos was ineens klaarwakker en ging rechtovereind zitten. Ze keek om zich heen. 'Welke man? Ik zie niks?' 
Isabel wilde hem aanwijzen maar ineens was hij weg. 'O', zei ze teleurgesteld, 'Hij is er niet meer.' 'Je hebt het je gewoon verbeeld.', gaapte Roos. Er werd omgeroepen dat de trein over 5 minuten zou arriveren en Roos rekte zich ongegeneerd uit. 'Come on, Isabel. Let's party.', grijnsde ze terwijl ze haar koffer uit het rek tilde. 

De hotelkamer was prachtig. Het congres niet al te saai en de vrije tijd behoorlijk. Isabel genoot. Roos was meer in de bar van het hotel te vinden of in de diverse pubs, terwijl zij liever in de omgeving rond zwierf. Sightseeing zoals Roos het noemde. Roos lachte Isabel er een beetje om uit maar Isabel hield nu eenmaal niet zo van rondhangen in een pub. Ze zouden een week daar blijven en ze wilde ook wat van Engeland zien. Roos vond het best en vermaakte zich prima. 
De derde dag van het congres brak aan en terwijl ze het gebouw binnen liepen en een plaatsje zochten voelde Isabel plotseling rillingen over haar rug gaan. Ze keek om en zag de man in het zwart van de trein weer. Snel stootte ze Roos aan maar die had het te druk met kletsen met een aantal mannen die ze eerder ontmoet had. 'Isabel, kom dan stel ik je even voor. Roos trok Isabel aan haar arm. De mannen staken hun hand uit maar Isabel glimlachte alleen maar en zei: 'I'm Isabel nice to meet you.' Een van de mannen trok zijn wenkbrauwen op en keek Roos aan. Die haalde haar schouders op en nam plaats. Isabel keek nog een keer achterom maar de man in het zwart leek weer in het niets te zijn verdwenen. Isabel probeerde het Roos te vertellen maar die leek geanimeerd in gesprek. Isabel kreeg een onrustig gevoel van binnen. 

De hele verdere week verliep een beetje hetzelfde. Roos ontmoette mensen van het moederbedrijf en wilde Isabel voorstellen. Isabel knikte vriendelijk maar weigerde steeds haar Engelse collega's de hand te schudden. Roos mopperde: 'Dat kun je gewoon niet maken Isabel. Weet je wel hoe ongeïnteresseerd dat overkomt?' Het kon Isabel niet veel schelen. Ze deed het niet, je kon wel wat oplopen. Dan werd Roos maar kwaad op haar, jammer dan. 
Het onrustige gevoel over de man in het zwart ebde een beetje weg naar mate de week verstreek. De laatste dag voor ze naar huis zouden gaan hadden ze vrij om te doen waar ze zin in hadden. Roos had een afspraak geregeld met een van de Engelse collega's en het leek niet de bedoeling dat Isabel mee zou gaan. Niet dat ze daar zin in had. Isabel wilde de laatste dag gebruiken om even de natuur in te gaan. De glooiende heuvels, uitgestrekte weilanden. Ze zou even een wandeling maken. Isabel liep al een tijdje toen ze weer een prikkelend gevoel in haar nek kreeg. Alsof iemand haar bekeek. Voorzichtig keek ze over haar schouder. Op een paar meter afstand zag ze een man lopen. Ze kneep haar ogen tot spleetjes. Het zou zo maar iemand kunnen zijn. Het hoefde niet te betekenen dat... Maar zij stond stil en hij kwam dichterbij en ze zag het al snel. Hij had een lange zwarte jas aan, donker haar. De man uit de trein. Haar hart sloeg over. Haar eerste reactie was hard wegrennen maar waarheen in vredesnaam? Ze was al een paar uur aan het wandelen en het hotel was een eind uit de buurt. Ze besloot te blijven staan om voor eens en voor altijd te weten te komen wat die man van haar wilde. 

Hij kwam glimlachend op haar afgelopen. Met uitgestrekte armen zo zag ze. Zijn hand uitgestoken. Een wildvreemde man, ik schud zijn hand niet, dacht ze. Echt niet! Ze stak haar handen nog dieper in haar jaszakken. Toen hij voor haar stond viel haar meteen op wat een knappe man het was. Zijn donkere ogen hadden kleine lichte vlekjes. Zijn donkere haar viel over zijn voorhoofd en hij schoof het met zijn andere hand voor zijn ogen weg. Hij glimlachte naar haar en zijn hand was nog steeds uitgestoken toen hij zei: 'Isabel, wat fijn je eindelijk te ontmoeten.' Hij bleef wachten met zijn hand uitgestoken. Ze keek hem aan. Om een of andere reden leek hij zo bekend en vertrouwd. Ik ken hem, dacht ze, maar waarvan? En al die tijd stond hij daar maar met die hand. En waarom wist ze niet maar aarzelend haalde ze haar hand uit haar jaszak en langzaam legde ze haar hand in de zijne. Hij glimlachte en legde zijn andere hand over de hare. 'Isabel', zei hij. 'Kijk uit wie je een hand geeft. Het zou zo maar eens je laatste keer kunnen zijn. Je weet nooit wat je oploopt.' Isabel glimlachte aarzelend en wilde haar hand terugtrekken. Ze voelde zich ineens zwak op haar benen. 'Wat gebeurt er?' fluisterde ze. 'Precies datgene waar je altijd bang voor bent geweest, Isabel.' antwoordde hij, terwijl Isabel door haar knieën zakte en op de grond neerviel met wijd opengesperde ogen.

© KH

2 comments:

Christiaan said...

Mooi geschreven. Het is het langste verhaal dat je tot nu geschreven hebt.

Kati said...

Dank je. Zijn wel langere hoor, op mijn oude blog. Ben je alweer vergeten! ;)