Monday 30 April 2012

Een 'gewone' werkdag?

Ze werd wakker zoals elke andere dag. Ze wreef in haar ogen. Rekte zich uit en gaapte. Ze keek op haar wekker. Het was nog vroeg. Langzaam strekte ze haar armen en benen en sloeg de dekens naar achteren. Ze sloeg haar benen over de rand van het bed. Het werd een drukke dag vandaag. Zoals alle andere dagen, maar toch anders. Geen enkele dag zou meer hetzelfde zijn. Nooit meer. Even voelde ze een brok in haar keel en keek naar de plek van het bed dat al jaren onbeslapen was. Zijn steun zou ze vandaag meer dan ooit hebben kunnen gebruiken. Moeizaam slikte ze de brok weg en stond op van haar bed. Ze liep naar de badkamer en nam een douche. Na het hele ochtendritueel te hebben doorlopen liep ze naar beneden waar haar ontbijt al klaar stond. Ze knikte op de vraag of ze goed geslapen had, gaf antwoord op vragen en toen haar zoon binnenliep kwam er zowaar een glimlach om haar lippen. Hij gaf haar een bemoedigend kneepje in haar arm en een kus op haar wang terwijl hij ging zitten voor het ontbijt. Samen namen ze de dag door. 

'Het wordt een prachtige dag. De zon staat hoog aan de hemel. We boffen met het weer.' Ze keek haar schoondochter glimlachend aan. Wat zag ze er schitterend uit. Over haar hoefde ze zich geen zorgen te maken. Zij zou het zo over kunnen nemen als ze besloot het niet meer aan te kunnen. Maar wanneer zou dat zijn? Ze had al zoveel meegemaakt in haar leven. Dit kon er ook nog wel bij. Je kreeg wat je aankon en kennelijk kon zij heel veel aan. Ze kon alleen maar hopen dat het hierbij zou blijven. 
Terwijl iedereen zich klaarmaakte om te vertrekken was zij in gedachten verzonken. Ze merkte wel dat haar kinderen het zagen maar dat ze haar even met haar eigen gedachten alleen lieten. Ze was hen er dankbaar voor. 

Haar telefoon ging. Ze keek op het display wie het was. Haar schoondochter uit Engeland. Ze nam met trillende handen op. 'Ik wil u even een fijne dag wensen', hoorde ze. Onwillekeurig slaakte ze een zucht van verlichting. Even was ze bang dat.. Ze merkte dat haar schoondochter het in de gaten had. Zachtjes zei die: 'Er is geen verandering, ik wilde er alleen eventjes bij zijn, en u een fijne dag wensen. Probeer er ondanks alles van te genieten.' Ze was er haar dankbaar voor maar even kwamen de tranen in haar ogen. 
'Moeder, we moeten gaan', hoorde ze. Ze bedankte haar schoondochter en ging zich klaar maken voor vertrek. 

Ze stapte uit de auto, keek haar zoon aan en glimlachte. Ze sloot even haar ogen, slaakte een zucht en rechtte haar rug. Een gejuich overspoelde haar toen ze samen met haar familie aan kwam lopen. Haar familie, haar gebroken familie. Er mistten er een aantal, maar haar gedachten waren vooral bij die ene. Die ene zoon waarvan niemand wist of hij ooit nog wel wakker zou worden. 

© KH

Sunday 29 April 2012

Muziek op zondag, Covers 1

Vaak is het origineel van een song al goed, maar is de cover zo het kan nog beter. Vele songs zijn gecoverd vooral veel oudere jaren 60 of  70 songs.

Hieronder een aantal van die songs: Eerst het origineel, daaronder de cover:



Nu ben ik sowieso dól op Eva Cassidy maar dit is wel heel erg mooi:





Ongelooflijk maar waar, zelfs Depeche Mode was verbaasd en dolblij toen ze hoorden dat Johnny Cash een cover van hun nummer opnam.





Echt bijna nét zo goed of beter?





En deze eigenlijk net zo goed, of toch beter? Ben een grote CCR liefhebber dus tja...



Ik denk.. Wordt vervolgd!

© KH


Friday 27 April 2012

Helpende handen

Never look down on anybody unless you're helping him up. 
~Jesse Jackson
 

Vanmorgen had ik een heel ander idee voor een blog in mijn hoofd. Maar toen ik een uur geleden van mijn werk naar huis fietste, had ik niet kunnen vermoeden dat de gebeurtenissen die volgden dit idee van de tafel zouden vegen.

In gedachten verzonken fietste ik van mijn werk naar huis. Ik had met wat collega's gesproken, iedereen een prettig weekend gewenst en een fijne Koninginnedag. Ik merkte dat ik harder ging fietsen omdat er iemand pal achter me fietste, nou en, dacht ik nog, wat maakt dat uit, dan haalt hij of zij me maar in. Maar toch, het voelde niet prettig, zo dicht op me. Ik nam een bocht en fietste langs het ziekenhuis. En daar precies een meter of 2 van de plek af waar ik een paar weken geleden ook al moest stoppen omdat ik last van hyperventilatie kreeg, voelde ik weer een hyperventilatie-aanval opkomen. Mijn linkerhand begon te tintelen, wat betekent dat ik meteen moet stoppen omdat ik anders mijn fiets laat vallen en ik zat er nog op. Ik stuurde mijn fiets richting de gras strook en voor ik er erg in had, en voor ik kon afstappen lag ik al op het gras. Ik dacht nog: Wat als hier nu die honden die ik verderop gezien had, hun dagelijkse behoeften op doen, lig ik er zo meteen nog in ook. Maar verder denken kon ik niet meer. Ik lag daar, en wist even niet meer hoe of wat.



Voordat ik ik wist wat er gebeurde stond er een mevrouw boven me en vroeg: 'Gaat het?' Ik keek op en ineens stonden er 3 mensen om me heen. 3 Auto's waren gestopt en 3 mensen waren uitgestapt. De eerste mevrouw vroeg wat er gebeurd was want ze had me zo van mijn fiets af zien vallen, boem, op de grond. 'Maar goed, dat je bij het gras fietste', zei ze nog. Ik legde uit dat ik hyperventilatie op voelde komen en dat ik expres naar het gras gefietst was, om af te stappen. Het afstappen was niet meer gelukt. Mevrouw nummer twee vroeg wat ik normaal deed. Ik zei dat ik anders mijn zakje pak maar dat ik meestal probeer zolang mogelijk door te fietsen omdat ik het vaak zo voor schut vind staan, met zo'n zakje langs de weg. 'Nou', zei ze, 'Je kunt beter met zo'n zakje staan dan op de grond liggen.' Mevrouw 1 had ondertussen haar hand uitgestoken om me te helpen op te staan. De derde persoon, een jongeman, was bezig mijn stuur recht te zetten en vroeg of iemand het stuur vast wilde houden. Toen dat weer enigszins recht stond en hij zag dat er genoeg hulp was ging hij weer. Ik heb hem uitvoerig bedankt, hij knikte en reed weer weg. Mevrouw 1 ging ook weer en ook haar bedankte ik voor haar hulp. Mevrouw 2 bleek een EHBO diploma te hebben en ze zei me dat ze dan sowieso verplicht is te stoppen omdat ze anders haar diploma kwijt raakte. 'Maar', zei ze, 'Natuurlijk stop je als je iemand van zijn fiets ziet vallen, en jij valt nogal niet op met je rode jas en rode fiets.' Ze lachte. Zo vanzelfsprekend is dat anders niet, zei ik haar. Niet iedereen doet dat toch meer tegenwoordig voor elkaar? Zij vond van wel, en dat is mijn geluk. Ze stapte in na mij nog op het hart gedrukt te hebben dat ik de volgende keer echt eerder af moest stappen. Ik beloofde het.



Waar vind je dat nog? Maar liefst drie mensen die je zo opvangen? Wat geweldig toch! En dan is de wereld zo koud en hard zeggen ze. Er is nog hoop, zeker wel. Er zijn nog genoeg mensen die wat voor elkaar over hebben en die wel klaar staan voor elkaar.
Als ik die helpende handen niet gehad had, was het ook wel gelukt maar op deze manier is het zoveel fijner, het gevoel dat er mensen zijn die willen helpen als het nodig is.
Je hebt elkaar toch nodig in deze wereld!

Ze zullen het niet lezen, en ik heb ze alledrie al uitgebreid bedankt maar nogmaals bedankt, helpende handen!

© KH

Thursday 26 April 2012

De puinhopen van haar leven

Daar zat ze dan. In een leeg huis met lege kamers. De laatste lege holle voetstappen stierven net weg terwijl zij bij de laatste puinhopen van wat eens haar leven was, was gaan zitten. Ze keek met lege holle ogen naar een hoopje kleding die achtergebleven was. Een omver geschopt tafeltje waar de trouwfoto gestaan had lag nu op zijn kant op de grond. Ze zat op de rand van het bed en overzag de gigantische berg zooi die hij had achtergelaten. Het licht in de badkamer brandde nog en ze zag hoe het daar, zo mogelijk, een nog grotere puinhoop was. Even voelde ze een golf van paniek over zich heen komen. En nu?

Ze wist niet hoe lang ze daar gezeten had maar toen ze opkeek was het al donker buiten. Het enige licht kwam van de lamp van de badkamer. Ze slaakte een diepe zucht en voelde dat het lege holle gevoel in haar over gegaan was in een ander gevoel. Opluchting? Blijdschap? Of was het voor dat laatste nog te vroeg? Trek had ze ook. Ze keek als uit gewoonte op het nachtkastje naast het bed. Maar de wekker was ook al weg. Ze slaakte nog een diepe zucht en stond langzaam op. Met haar voet veegde ze de kleding bijeen en schopte ze zo de kast weer in. Dat zocht ze later wel uit. Ze zette het tafeltje recht op en keek naar de fotolijst die kapot gevallen was. Onwillekeurig schoot ze in een hysterische lach. Zelfs die foto had hij meegenomen. Ze liep naar de gang kast, pakte de stofzuiger en zoog het kapotte glas van de fotolijst op. Daarna liep ze naar de badkamer, keek naar binnen, sloot zuchtend kastjes, laatjes en veegde de wastafel schoon en trok de wc door. In ieder geval was dit de laatste keer dat ze achter zijn kont op hoefde te ruimen, bedacht ze. Ze liep naar beneden. Jassen onderaan de kapstok, sjaals, handschoenen, schoenen puilend uit het schoenenkastje. Ze ruimde en stopte alles weg. Ze liep de keuken in en keek op de keukenklok. Half 8 al. Geen wonder dat haar maag zo protesteerde. Snel maakte ze een paar boterhammen. Het moest maar voldoende zijn voor vandaag. Ze schonk een glas melk in, zette alles op een dienblad en liep naar de woonkamer. In de deuropening bleef ze even staan toen ze ook daar een enorme puinhoop aan trof. Ze trok haar schouders recht, besloot de troep te negeren en schoof een en ander opzij op de bank en ging zitten. Ze zette de televisie aan en at haar boterhammen.

Ze werd wakker van een hard geluid. Ze voelde naast zich maar vond alleen maar een lege plek. Ineens wist ze weer dat hij weg was. Ze kwam moeizaam overeind en keek naar waar eerst een wekker gestaan had. Die stond er niet meer. Ze pakte haar horloge. Negen uur. Ze veegde met de rug van haar hand haar natte wang af. Hij vond het altijd walgelijk dat zij kwijlde in haar slaap, maar zij mopperde toch ook niet over zijn gesnurk? Ze woelde door haar verwarde haren en pakte haar ochtendjas. Ze deed haar pantoffels aan en stond met tegenzin op van het bed. Voorzichtig opende ze de gordijnen en keek naar buiten. De vuilniswagen was net bezig de inhoud van haar container leeg te kiepen. Dat zal dat harde geluid geweest zijn, dacht ze. Ze keek naar de lucht. Dreigende grijze wolkenluchten en de regen spatte tegen de ramen. Het weer paste zich wel aan haar humeur aan zeg. Even dreigde ook het lege holle gevoel terug te komen. Ze slofte naar de badkamer en keek in de spiegel. Ze herkende zichzelf bijna niet. Holle ogen keken terug naar een grauw gezicht met verward haar. Ze haalde haar schouders op, wat kon haar het ook allemaal schelen. Ze opende het medicijnkastje en zag daar de immense troep die achtergelaten was. Ze vulde een beker water en nam een aspirientje. Haar hoofd leek uit elkaar te barsten. Ze slofte de gang door, de trap af en nam onderweg naar de keuken de krant van de mat mee. Ze vulde de fluitketel met water en zette die op het vuur. Ze zakte neer aan de keukentafel en geeuwde. Het leek wel of ze niet wakker kon worden. Haar hoofd leek wel van beton! Ze voelde zich zo vreselijk versuft. Weer wreef ze zich door haar haren en haar gezicht om te proberen wat wakkerder te worden. Ze opende de krant zonder veel interesse. Maar een grote kop op de voorpagina trok haar aandacht en ze sperde haar ogen wijd open.

Plaatselijke advocaat al weken vermist las ze. Ze las verder: De advocaat in kwestie was al weken vermist en men dacht aan een misdrijf. Zijn naam stond erbij en ook de laatste zaak waar hij aan gewerkt had. Ze schudde haar hoofd. Dat kon niet. Dat was onmogelijk. Dat was hij! Hij was hier gisteren pas vertrokken met al zijn spullen, zijn kleren, zijn bezittingen. Het verdelen van de grotere meubels en dergelijke dat kwam allemaal wel zo had hij gezegd. Hij was boos geweest, ze hadden tegen elkaar geschreeuwd. Zij had gehuild en gesmeekt, gegild en ze hadden geruzied. Het had niet mogen baten, hij was gewoon gegaan. En zij kon niet anders dan toekijken hoe hij alles in koffers en tassen smeet en dingen brak en stuk smeet. Na al die jaren ging hij haar gewoon verlaten en zij kon er niets tegen beginnen. Ze was er kapot van geweest.
Ze schrok op van het geluid van de fluitketel en stond op. Ze vulde de theepot en deed er een theezakje in. Ze pakte een theeglas, zette de pot en het glas op de keukentafel neer en liep naar de kelder crackers te halen.
Toen ze op de keldertrap stapte en het licht aan knipte, schrok ze van een hard geluid. Hetzelfde geluid als waar ze wakker van geworden was. Even had ze de neiging terug te lopen, maar ze wilde nu toch eigenlijk wel eens weten wat dat geluid was. Ze keek om zich heen en zag in de hoek bij de kelderdeur haar oude hockeystick staan. Die nam ze mee en hield hem stevig vast. Voorzichtig liep ze de keldertrap af, de hockeystick in haar handen geklemd. Ze was bijna onderaan de trap en weer hoorde ze dat harde geluid. Ze liep de kelder in en schrok.

Daar zat hij, een knevel om zijn mond, zijn handen in boeien en zijn voeten vastgebonden. Hij bonkte met zijn voeten hard op de grond. Toen hij haar zag liep zijn gezicht rood aan en het leek of hij wat wilde zeggen maar ze verstond hem niet. En in de krant had gestaan dat..., dacht ze. Ze keek hem verward aan en haalde een hand door haar haren. Toen pakte ze een fles water van een van de schappen van de kelder, deed een vinger voor haar mond terwijl ze naar hem glimlachte en haalde de knevel van zijn mond. Ze hield de fles voor zijn mond zodat hij kon drinken. Weer glimlachte ze naar hem en kuste zijn lippen voor ze de knevel weer voor zijn mond deed. Ze liep de keldertrap weer op, kwam terug met de krant, een kopje thee en een paar boterhammen voor hem. En terwijl ze hem een boterham voerde liet ze hem de krant zien. Ze glimlachte en zei: 'Fijn dat je besloten hebt toch bij me te blijven, voor altijd.'
En voordat ze de kelder verliet deed ze hem de knevel weer voor.

© KH

Wednesday 25 April 2012

Go for it!


Als je echt iets wilt, echt diep in je hart, moet je je dan laten leiden door je gevoel of je verstand? Of door een combinatie van beiden? Of laat je je leiden door de angst dat het 'toch wel niet zal lukken wat je graag wilt'? 

Al jaren schrijf ik, pas sinds een aantal jaar heb ik het schrijven van korte verhalen echt weer serieus opgepakt. De diverse reacties op diverse sites hebben mij verrast. Aangenaam verrast eigenlijk wel. Ja zelfs de reactie van mijn oudste zoon toen hij een keer een aantal van mijn korte verhalen las, verraste mij. 'Mam', zo zei hij, 'Heb jij dit zelf geschreven?' Op mijn bevestigende antwoord zei hij: 'Dat is echt goed man'. Ik moest er gewoon om lachen zoals hij het zei. Hij vond dat ik het maar moest uitgeven. Mijn moeder wilde dat ik alles aan haar stuurde dan zou zij het wel in eigen beheer uit laten geven. Maar tegenwoordig heb je zelfs uitgevers die alles regelen voor je. Hoef je zelf niets meer voor te doen. Je kunt het in eigen beheer doen, maar zij kunnen het ook voor je doen. Kosteloos. Of is dat een utopie? Is dat wel te vertrouwen? Kijk, en daar komen de twijfels weer opzetten. Ben ik wel goed genoeg? En, zouden ze wel betrouwbaar zijn? Zouden ze niet met mijn verhalen er vandoor gaan? Met mijn 'kindjes'. Of erger nog: zou ik niet gewoon ijskoud afgewezen worden. Sorry, mevrouw, het is helemaal niks! 


En daar ga ik weer, daar komt hij weer: De steen in mijn maag van stress, zenuwen, of hoe je het ook noemen wilt. Ik wil niets liever dan mijn verhalen (en eventueel later ook gedichten) in boekvorm zien, iets nalaten voor het nageslacht, zo je wilt. Maar die eeuwige twijfel: Ben ik wel goed genoeg? Kan ik dit wel? Is het wel betrouwbaar? Creëer je zo niet voor jezelf je eigen barrières voor je weg te vervolgen naar wat je werkelijk bent en wat je werkelijk graag wilt zijn en worden?  Ben je zo niet zelf je ergste vijand? 


Dus wat ga ik nu doen? Blijf ik de eeuwige: had ik maar, waarom had ik nou niet-twijfelkont? Of ga ik ervoor en verzamel ik alles wat ik tot nog toe aan verhalen geschreven heb en neem ik die stap? Stuur ik werkelijk alles op en probeer ik het gewoon? Het antwoord weet ik diep van binnen al wel. Ik wil dit, al heel lang. Ik kan dit. Dus ik ga dit gewoon doen, ondanks alle 'selfdoubt' en gezenuw. Ik ga alle verhalen verzamelen en een uitgever zo gek proberen te krijgen het in een boek te gieten. 

Ik geloof in mijn verhalen, ik geloof in mezelf. (zei ze met nog een piepklein beetje twijfel) 

© KH

Tuesday 24 April 2012

Met open ogen



Met open ogen lag ik op het gras tussen de struiken. Een licht briesje speelde met mijn haren deed ze voor mijn gezicht waaien. Ik voelde hoe de wind mijn naakte borsten beroerde en mijn tepels rechtop deed staan. Ik kon me niet verroeren. Ik was er niet meer. Voelde mijn lichaam niet. Als mijn tepels niet tot leven waren gekomen had ik zeker gedacht dat ik dood was geweest. Mijn tepels zeiden duidelijk wat anders. Ik probeerde mijn levenloze vingers te bewegen. Met mijn ogen te knipperen. Aan mijn wimpers kleefde geronnen bloed. Ik rook de geur ervan. Pijn schoot door mijn schedeldak bij elke beweging, al was dat in dit geval het simpele knipperen van mijn oogleden. Er klonk geen enkel geluid, zelfs de vogels zwegen in alle talen. Vogel talen dan. Ik pijnigde mijn gedachten hoe ik hier terecht gekomen was en wat er gebeurd was, maar ik kwam er niet op. Ik lag half naakt, voor zover ik zien en voelen kon, in het gras. Waarschijnlijk in een bos. Ik kon mijn hoofd niet draaien maar van dat bos kon ik ruiken. Ik rook behalve bloed ook dennennaalden. Boven mijn hoofd zag ik een klein stukje blauwe lucht, verder veel groene bladeren, takken en een jas?

Van wie was die jas? Mijn jas? Het was een groene jas, vrij groot ook. Leek me niet mijn jas. Ik probeerde nogmaals mijn hoofd te draaien maar kreeg het niet voor elkaar. Ik kon me niet verroeren. Mijn hele lijf leek verdoofd, verlamd. Ik kon alleen maar recht omhoog kijken. Naar de lucht en de takken. En luisteren. Langzaam maar zeker raakte ik in paniek. Wat als ik hier bleef liggen en niemand vond mij, of erger nog, degene die mij hier had laten liggen vond mij! Voor de paniek zich helemaal meester van mij kon maken, probeerde ik mezelf tot kalmte te manen. Rustig ademhalen. En vooral te luisteren. Luisteren naar de geluiden om je heen. Heel in de verte hoorde ik een koekoek. Afgewisseld door het hameren van een specht. Die geluiden maakten me wat rustiger. Ik probeerde wat meer te concentreren op mijn ademhaling. Het enige waar ik nog enig invloed op had tenslotte. Daarna ging ik mijn lichaam na. Wat zou nog eventueel werken en wat echt niet?

Ik begon bij mijn tenen. Concentreerde hard of ik er beweging in kon krijgen. Probeerde mijn grote teen te laten wiebelen. Ik voelde de zweetdruppels parelen op mijn voorhoofd. Mooi, dat voelde ik dus wel. Kon ik beter bij mijn hoofd beginnen dus. Ik voelde de pijn onder mijn schedel. Of iemand mij een enorme klap op mijn kop gegeven had. Ik voelde het trekken bij mijn wenkbrauw en rook de geur van het geronnen bloed en concludeerde dat daar een snee moest zitten die hevig gebloed had want bij mijn wimpers zat bloed. Als ik omhoog keek kon ik nog net een stukje daarvan zien. Oké, dan wist ik dat alvast. Mijn gehoor was nog goed, kon tot erg ver weg horen. Ik had nog haar, dat door de wind over mijn gezicht waaide, niet onbelangrijk. Ik keek omhoog en nieste. Dat deed zeer. Maar ook dat werkte dus nog. Ik smakte met mijn lippen en stak mijn tong uit mijn mond. Met mijn tong bevoelde ik al mijn tanden. Die had ik ook allemaal nog. Gelukkig. Hoofd: Check.
Maar hoofd omhoog doen om te kijken waar ik was of wat er nog van me over was, dat ging weer niet. Verdomme!
Ik haalde diep adem en probeerde het nog eens. Niks. Niet pijnlijk of zo, gewoon niks.
Ik zuchtte en ging verder met de rest van mijn lichaam. Mijn schouders, ik voelde dat ze op de grond drukten maar ook als de rest, ze bewogen niet. Dan mijn armen. Ze lagen daar maar. Doe iets! Niks. Vingers, bewogen niet. Geen beweging in te krijgen. Ik bedacht me hoe raar het was dat mijn mond, lippen en tong wel bewogen maar de rest niet.
Mijn buik ging op en neer van de ademhaling maar verder, niks. Mijn tepels hadden nog gevoel, ik voelde de bries erover heen waaien en ze rechtop gaan staan, maar dat was het dan ook wel van mijn bovenlichaam. Mijn onderlichaam. Ik kon niet omhoog om te kijken maar ik voelde ook niet of die ook ontkleed was. Had daar verder helemaal geen gevoel meer in. Ik zuchtte weer eens en keek maar weer omhoog. Daar lag ik dan. God weet hoe lang al en God weet hoe lang nog.

Opeens hoorde ik stemmen. Harde stemmen, mannenstemmen. Ruziënde stemmen. Daar was weer de paniek. Wat moest ik nu? Proberen of mijn stem het deed (en waarom had ik dat net niet gedaan bij het checken?) of juist niet? Wat als zij er verantwoordelijk voor waren dat ik hier lag en waarom herinnerde ik me niks?
De stemmen kwamen steeds dichter- en dichterbij. Ik kon hier toch ook niet blijven liggen? Kon wel ik weet niet hoe lang hier blijven liggen dan, als iemand me al zou missen.
Ineens hoorde ik geritsel en gehijg. Mijn hart bonkte in mijn keel. Ik wilde gillen, schreeuwen maar ik kon niks.
Het gehijg werd luider en luider en ineens voelde ik dat mijn oor nat werd. Er likte iets aan mijn oor. Een luide blaf maakte me even doof. Een hond. Er stond een hond naast me in mijn oor te lebberen. Ik draaide met mijn ogen naar hem toe maar meteen rende hij er blaffend vandoor. Nee! Niet weglopen! Kom terug! Ik wilde het roepen maar er kwam geen enkel geluid uit mijn keel. De mannenstemmen verstomden en het geblaf hield aan. Daarna hoorde ik gekraak van takken en voetstappen op de droge takken en gevloek. Doodsbang werd ik maar alles leek me beter dan hier alleen te blijven liggen. Wat als het donker werd? En ik helemaal alleen achter bleef?

'Godallemachtig!' Hoorde ik ineens een van de mannen boven mijn hoofd zeggen. Ik keek omhoog en probeerde te glimlachen en 'hoi' te zeggen, maar wederom kwam er niks uit mijn stomme strot. In gedachte haalde ik mijn schouders op, wetende dat ik dat toch niet kon. De tweede man kwam tevoorschijn. 'Jezus!', stootte hij uit. Allebei bleven ze boven mij staan kijken. Ja hallo, ik ben geen kermisattractie! Staan een beetje te kijken naar een (half) blote vrouw. Hoe is het? De hond kwam weer naar mij toe en begon me weer te likken. 'Af! Niet doen!', bestrafte man 1 hem.
'We moeten de politie bellen', zei de ander. Ik zag man 1 knikken en zijn gsm uit zijn zak pakken. Hij boog zich voorover en legde zijn vinger in mijn nek. Hee! Wat doe je! Blijf af! 'Ik voel niks', hij schudde zijn hoofd. Toen pakte hij mijn pols. Hee mijn pols! En legde twee vingers op mijn slagader. Jemig, wat een bloed op mijn pols zeg! Hoe kwam dat daar?
De man schudde zijn hoofd weer. 'Nee, hartstikke dood, wie dat gedaan heeft mogen ze van mij de doodstraf geven, arm ding'. 'Blijf er verder maar van af dan, dat moet de politie maar regelen, dit is een plaats delict'. Man 1 knikte en tikte een of ander nummer op zijn gsm in en begon te praten maar dat hoorde ik al niet meer.
Plaats delict? Dood? Waar heeft hij het over? Dood? Ik? Maar zien ze dan niet dat ik nu mijn tong naar ze uitsteek! Hallo! Ik ben niet dood hoor! Of wel? Nee joh! Maar al dat bloed dan? En die mannen? Die schrokken wel heel erg.

Ik merkte dat ik langzaam begon weg te zakken. Nee, nee, dat niet. De mannen werden wazig en de hond keek me kwispelend aan en begon te vervagen. Hond! Jij ziet me toch? Ver weg hoorde ik sirenes loeien en de mannen draaiden zich om en gingen met hun rug naar me toe zitten om me niet te hoeven zien. Zag ik er zo erg uit dan? Ik zakte verder en verder weg. Ik zag alleen nog een agent met een ambulancebroeder aankomen. 'Mijn God!', zeiden ze. En: 'Afschuwelijk'.
Ze onderzochten me en concludeerden hetzelfde als de mannen: 'Dood, al zo'n 24 uur vermoed ik', zei de rechercheur. 'Maar wat een afgrijselijke manier om te gaan'. Wat zeiden ze toch allemaal? De hond keek me kwispelend aan en gaf me een lik over mijn wang. Ik glimlachte naar hem. Hoorde nog de koekoek en de specht. Ik was zo moe en had zo'n hoofdpijn. Ik besloot even mijn ogen dicht te doen en te gaan slapen. Zij zouden me wel redden en dan kwam alles weer goed. 'We sluiten haar ogen en nemen haar mee', zei de rechercheur. Verder forensisch onderzoek zal wel uitwijzen naar wat er hier gebeurd is en de patholoog anatoom zal de exacte doodsoorzaak vaststellen maar wat zal zij geleden hebben.
Neem haar maar mee naar het lab.'

© KH




(dit verhaal verscheen eerder op mijn vorige blog, Kati's weblog in juli 2010)

Monday 23 April 2012

Er knaagt een onzekerheid die niet te verklaren is, of toch wel?



Mijn hele leven ben ik vreselijk onzeker geweest. En als ik er goed over nadenk ben ik dat eigenlijk nog. In mijn zoektocht naar mijzelf, waar ik toch eigenlijk de afgelopen anderhalf jaar mee bezig ben, kom ik erachter dat ik kennelijk nog steeds niet genoeg van mijzelf houd om mijn onzekerheid kwijt te raken.
Sterker nog, ik houd niet genoeg van mezelf om een hele hoop andere problemen ook aan te pakken, zoals mijn overgewicht, maar dat is een andere onderwerp waar ik het al eerder over gehad heb.

Het begint en eindigt allemaal bij het houden van jezelf. Of leren houden van jezelf. Want als je niet van jezelf houdt, wie houdt er dan wel van je? Zo luidt de quote. En wie is er gekker op quotes dan ik?



Ik ben heel erg druk, altijd al geweest. Ik heb gemerkt dat ik nog drukker word, praat, doe als ik onzeker ben van mezelf. Ik denk dat ik dat doe om me ergens achter te verschuilen zodat niemand ziet dat ik onzeker ben. Alleen die drukke ik, die vindt niet iedereen aardig. Nu hoef ik niet door iedereen aardig gevonden te worden, zeker niet. Maar een eerste indruk zegt veel. Ik weet dat ik druk doe of ben, en toch kan ik er niet mee ophouden. Waarom ben ik dan nog onzeker? Geen idee waarom. Ik hoef het niet te zijn. Ik ben in de afgelopen jaren ontzettend sterk geworden, kan meer en doe meer dan ik voor mogelijk had gehouden. Ik kan, kortom, trots zijn op mezelf. En toch, toch knaagt er af en toe een onzekerheid aan me die niet te verklaren is. Of misschien wel te verklaren maar die ik diep weggestopt heb misschien. Zal wel ergens uit mijn jeugd komen.

Ooit deden mijn ouders alles voor me. Hoefde ik zelf niets te regelen, geen instantie te bellen of geen dokter of tandarts afspraak te regelen. Toen ik op 19 jarige leeftijd het huis uit ging, moest ik ineens een stuk zelfstandiger worden wat ik erg moeilijk vond. Mijn ex nam veel van die regelzaken over van mijn ouders dus als gevolg hoefde ik nog niet veel voor mezelf te regelen behalve op mijn werk. Ik werd een heuse zenuwpees eigenlijk. Want zodra iemand aan mij vroeg: Regel jij dat even? Bel jij die instantie even? Schoot er al een knoop in mijn maag van de zenuwen. Bij geen enkel bedrijf waar ik werkte werd dat beter. Mijn zelfvertrouwen was er niet, kwam er niet en ik bleef maar druk om dat te maskeren. Later toen ik thuis bleef bij mijn kinderen werd dat iets beter. Eindelijk iets wat ik wel kon, dacht ik. Maar ook dat is niet echt 'gezond'. Als ik daar nu aan terugdenk, verborg ik me eigenlijk achter het feit dat ik thuis bij de kinderen wilde blijven. Dan hoefde ik tenminste niet iets wat ik niet wilde of in mijn hoofd niet kon. Instanties bellen deed mijn ex nog steeds (toen mijn man) dus daarover hoefde ik me ook niet druk te maken. Ik ging wel naar consultatiebureaus met de kinderen maar dat hoorde erbij.
Pas later toen ik de knoop doorhakte en ging scheiden, en alles zelf moest regelen (wat betekende instanties bellen) werd mijn zelfverzekerdheid groter en mijn onzekerheid minder. Ik had geen man meer me achter te verschuilen.



Maar nu ik alweer een tijdje samenwoon, merk ik dat ik soms weer probeer me te verschuilen achter een man. Wat in dit geval niet altijd lukt, omdat de man in kwestie een autistische contactstoornis heeft en zich meer achter mij verschuilt dan andersom. Dat werkt nu eenmaal zo. Het heeft zo moeten zijn, denk ik weleens. Niets gebeurd zomaar, alles heeft een reden. Ik moet meer zelfvertrouwen hebben, meer voelen dat ik het aan kan en vooral meer houden van mezelf. Trots zijn op mezelf hoort daar ook bij.
Jammer dat ik zo neerbuigend over mezelf kan denken soms. Dan sta ik in de spiegel naar mezelf te kijken en dan hou ik op dat moment helemaal niet van mezelf, maar zie ik alleen het beeld dat ik van mezelf heb. Terwijl ik stiekem (en waarom stiekem) best trots ben op de verhalen en gedichten die ik schrijf. Op de blogs die ik schrijf en de groei die daarmee gepaard gaat.
Betekent dat dan ook dat ik van mezelf hou? Wat raar dat ik daar dan even over na moet denken.. En wat jammer eigenlijk ook. Er is nog heel wat werk aan de winkel!

© KH

Sunday 22 April 2012

Muziek op zondag, Bee Gees



Vandaag hoorde ik het nieuws dat Robin Gibb uit zijn coma ontwaakt is. Hij lijdt aan darm-en leverkanker en lag als gevolg van een longontsteking in het ziekenhuis en raakte in een coma. Gelukkig is hij daar nu uit ontwaakt.
Als puber hingen de broeders Gibb boven mijn bed. Mijn favoriet was Barry. Ik weet niet of die hoge stem tijdens het zingen het deed of dat open bloesje met die enorme partij borsthaar. Maar in ieder geval, hij was het. Een tijdje dan, tot de volgende groep zich aandiende. Hoewel, zij hebben altijd een speciaal plekje in mijn hart gehouden. Omdat ze de eerste waren.

Het leven van de broertjes Gibb ging niet over rozen.
  Hun jongere broertje Andy (ook al in mijn ogen toen een lekker ding) overleed in 1988 op 30 jarige leeftijd net toen hij als vierde lid bij de groep zou komen.

  Maurice Gibb, de tweelingbroer van Robin, overlijdt in 2003 onverwacht aan een darminfarct.

  In 2010 was Robin Gibb nog in Nederland. Hij is namelijk president van de Britse Heritage Foundation. Er waren een aantal Britse veteranen en in Nederland was er ook een initiatief om geld in te zamelen voor een monument. Hoewel er in Nederland enkele kleine monumenten zijn voor individuele gesneuvelde leden van het Bomber Command is er tot op de dag van vandaag geen groot monument voor het Bomber Command. De Britse Heritage Foundation, met Robin Gibb van de Bee Gees als president, en de Britse luchtmacht willen dit onrecht herstellen door een Bomber Command Monument in het hart van Londen te bouwen. Met dit monument zullen ook de Nederlandse deelnemers aan Bomber Command worden geëerd. Een vriendin van mij was daar bij en heeft nog voor mij een handtekening weten te regelen van Robin Gibb voor mij. Omdat ze wist dat ik ooit Bee Gees fan was en stiekem nog wel een beetje.

Vandaar deze inleiding om deze Muziek op Zondag te beginnen. Voor een steun in de rug, voor te denken aan de familie, gewoon omdat het ook gewoon erg mooie en lekkere muziek is.













© KH

Friday 20 April 2012

De liefde van zijn leven



Soms denk ik wel eens: Als ik alles weet wat ik nu weet, zou ik dan nog precies hetzelfde doen dan? En dan kijk ik naar haar en weet dat er maar één antwoord mogelijk is op die vraag die ik mezelf stel. Ja. Volmondig ja. Want ook al is het leven nu zwaar, ik houd van haar en ik hield toen ook van haar. Eigenlijk houd ik mijn hele leven al van haar, al zolang ik me kan herinneren.

Onze eerste ontmoeting haal ik me zo nog voor de geest. Het was een mooie zomerdag. Onze moeders stonden buiten met verhit voorhoofd de stoep te schrobben, wat je in die tijd nog deed. En toen zag ik haar. Hoe oud zou ik geweest zijn? Zo’n jaar of zes, ouder niet. Ik keek haar aan en zag lang golvend blond haar, met een strik erin. Ze lachte naar me en ik lachte terug. Vanaf die tijd waren we onafscheidelijk. Hand in hand liepen we naar school. In het begin werd ik nog uitgelachen omdat ik met een meisje naar school liep maar dat was snel afgelopen, toen ik de pestkoppen een optater gaf. Ik was geen makkelijke jongen in die tijd. Je moest ze laten zien tot hoever ze konden gaan, en dan dropen ze wel af. Het leverde me ook het nodige strafwerk op. Maar dat gaf niet, zij hield me gezelschap, en soms maakte zij het voor me.

De enige keer dat ik van haar gescheiden ben geweest is toen ik het leger in moest. Maar toen bleef ze me schrijven. Het heeft me door die nare tijd heen geholpen. Soms als ik dacht dat het met me gedaan was, dacht ik dat ik haar gezicht ergens zag, en dan kon ik weer door. Het heeft me voor menig gevaarlijke situatie behoed. Ik heb veel vrienden zien sneuvelen maar het enige wat ik eraan over gehouden heb is wat littekens. Ik heb geluk gehad. Zij wachtte op me. We zouden gaan trouwen immers.

En dat deden we zodra ik terug was en het weer rustig was.
Het was de mooiste dag van mijn leven toen ze de mijne werd. Wat was ze mooi. We werden gezegend met vier prachtige kinderen. Er waren sombere tijden maar ook mooie tijden. Altijd was zij daar en ik hoefde maar naar haar te kijken om te weten dat het goed zou komen. Dan was zij daar met haar glimlach, die hand op mijn arm en ik wist: Alles kwam weer goed.


Ze werd een paar keer ziek en ik zorgde voor haar. Bezorgd was ik. Ze zou toch wel weer beter worden? Wat moest ik zonder haar? Maar iedere keer weer knapte ze weer op. Soms liepen we ziekenhuis in en ziekenhuis uit omdat ze maar niet opknapte. Maar toch iedere keer weer glimlachte ze geruststellend naar me: Het komt wel weer goed.

De kinderen werden groter en er kwamen kleinkinderen. Wij werden ouder en genoten van elkaar. We hadden grootse plannen. We zouden gaan reizen, de wereld zien. Ze verheugde zich er zo op. Tot ze steeds vaker dingen vergat. Het begon met iets kleins. De sleutels op een plek waar ze zich niet meer kon herinneren waar, maar dat heeft iedereen wel eens. Of had ze nu wel of niet de deur op slot gedraaid en dat dan een aantal keer controleren. Maar toen ze haar portemonnee in de diepvries vond en haar tas bij de supermarkt liet staan een paar keer en ik gebeld werd omdat mijn vrouw ergens stond en niet meer wist waar ze was en hoe ze naar huis moest komen, werd ik bang. Heel erg bang. We gingen naar de dokter. Het nieuws dat hij had voor ons was niet goed. Het begin van Alzheimer. Ze huilde en pakte mijn arm. Dit keer glimlachte ik naar haar. Om haar gerust te stellen. Het komt wel goed. Maar het zou niet goed komen.

Bij elkaar wonen, dat ging niet meer. Zij moest in het verzorgingstehuis gaan wonen en ik woon op een steenworp afstand van haar. Elke dag ging ik wel drie keer bij haar langs. Op bezoek bij je eigen vrouw. Het ging thuis niet meer. Ik heb het geprobeerd, God weet dat ik het geprobeerd heb. Jarenlang heb ik voor haar gezorgd. Haar uit bed gehaald en aangekleed, naar de wc gebracht. Lopen ging voor haar niet meer. Wakker was ze ook niet altijd, en helder steeds minder. De keren dat ze helder was keek ze me aan en legde dan haar hand op mijn arm alsof ze wilde zeggen: Het komt wel goed.

De dag dat ze naar het verzorgingstehuis moest zal ik nooit vergeten. Het deed me pijn haar te moeten laten gaan, maar het ging niet anders. Mijn gezondheid was ook niet al te best. Ik kon haar niet meer helpen zoals ze geholpen moest worden. Alleen loslaten kon ik niet. Ik moest er drie keer per dag heen om te zien of ze haar wel goed verzorgden. Haar kleding goed zat, of ze wel goed at. De kinderen herkende ze al niet meer. Mij nog wel maar ze zei niks meer. Eten deed ze slecht. En op een dag kwam ze op bed te liggen met een longontsteking. En nu zit ik hier naast haar bed. Te wachten, want ze hebben me verteld dat het ieder moment gebeurd kan zijn. Mijn zonen hebben me verteld dat ik moet gaan slapen. Mijn dochter is me een deken komen brengen. Ik kan niet weg, zij snapt het. Ze ziet het aan mijn ogen. De kinderen hebben hun afscheid genomen. En ik, ik wacht.

Ik leg mijn hand op haar arm. En ineens opent ze haar ogen. Ze kijkt me even helder aan. Ze glimlacht naar me. Fluistert dat het goed komt. Mijn ogen vullen zich met tranen als haar ogen zich voor de laatste keer sluiten. Dit keer voorgoed.


© KH

Thursday 19 April 2012

Mooie foto's

Soms kom je foto's tegen op het www die je zou willen dat je ze zelf had kunnen maken.
Een paar prachtige foto's hier om stil van te worden:


You'll never walk alone -Fussel


American Kestrel-David Hemmings


Let's get Mikey-gatorinsc/Jeff Schreier


Insect with morning dew-Martin Amm


Dewcovered damselflie-Patrick Goosens


© KH

Wednesday 18 April 2012

Being Happy

The best vitamin to be a happy person is B1.
~Author Unknown
 249386898085326074_pn98q22e_f_large

Al jaren heb ik maar 1 droom: Een cottage in Schotland hebben in the Middle of Nowhere. In de tijd van crisis lijkt die droom verder weg dan ooit.
Als ik in mijn eigen huis kijk en zie wat er allemaal vervangen moet worden zakt me de moed in de schoenen. Het lijkt wel of alles tegelijk kapot gaat of vervangen moet worden. Of 'ze' (en wie ze dan zijn weet ik ook niet) het erom doen. Maar als ik het om me heen hoor, ben ik niet de enige. Het is bij meer mensen het geval.

Gisteren fietste ik van mijn werk naar huis. Ik ben dan altijd aan het denken, beetje tegen mezelf aan het praten over van alles en nog wat. Ik dacht weer aan mijn droom en dat het niet te verwezenlijken was. Het leek wel of ik ineens een stem in me hoorde die zei: 'Ja maar als je dat zo graag wil, zul je daar wel voor moeten werken he, Kati!' En verdomd, ineens dacht ik: Wil ik dat wel zo vreselijk graag dat ik daar heel erg veel meer uren voor wil gaan werken? Ik was inmiddels thuis, stond in mijn knusse woonkamer, keek naar buiten naar mijn tuintje en wist het antwoord.



Nee, dacht ik, dat wil ik niet. Ik ben gelukkig in mijn eigen huis met mijn eigen tuin. Met de vele vogels in die tuin. Met mijn eigen kleine plekje hier. Natuurlijk kan het altijd mooier, beter, rustiger en vooral weidser, Schotser en groener. Maar stel nou dat ik kei-en keihard werk en het voor elkaar krijg, stel, en die droom valt zo vreselijk tegen, daar in de Middle of Nowhere. (wat ik me nu niet kan voorstellen) Dan ben ik de plek waar ik wél gelukkig was ook kwijt! En nu kan ik nog drómen van de plek waar ik me ook heel gelukkig voel, en waar ik voor kan sparen om af en toe eens een paar weken heen te gaan.

Natuurlijk voel ik me diep in mijn hart heel verbonden met Schotland en dat zal altijd zo blijven, maar wil ik daar echt alles voor opgeven ten koste van alles om die droom te verwezenlijken? Niet dus.
Geluk moet je zelf maken, gelukkig kun je zelf worden, ook met minder, en minder groot en minder grote dromen. Ik hoef maar naar buiten te kijken naar de talloze vogels in mijn tuin en ze te horen om gelukkig te zijn. Op dit moment in mijn leven is dit genoeg.



Dromen is goed, dromen moet je houden maar niet je dromen verwezenlijken ten koste van...
Dromen is fijn en verlangen naar iets ook. Maar ik besef nu dat ik ook hier heel gelukkig ben. En dat Schotland niet weg loopt. Wat voor je weggelegd is krijg je, zeg ik altijd. Dus als het voor me weggelegd is ooit naar Schotland te verhuizen, dan komt dat vanzelf wel op mijn pad, maar vooralsnog, ben ik gelukkig met wat ik heb. En dat besef, maakt me nog gelukkiger dan ik al ben!

© KH

Tuesday 17 April 2012

Pre Raphaelite Brotherhood

Zoals ik al vaker verteld heb ben ik dol op schilderkunst van de 19e eeuw en dan met name die van de Pre Raphaelite brotherhood. Wie en wat waren dat nou?

De prerafaëlieten waren Engelse kunstenaars in het Victoriaanse tijdperk, voornamelijk kunstschilders, die zich afzetten tegen de academische kunst als toen voorgeschreven door de Royal Academy of Arts. Prerafaëlieten wilden terugkeren naar de eenvoud zoals die bestond bij kunstenaars levend vóór Raphaël. Ze streefden eenvoudige composities en een nauwkeurige, realistische werkwijze na. De beweging begon in 1848 met de oprichting van een genootschap, de Pre-Raphaelite Brotherhood, met als belangrijkste leden William Holman Hunt, John Everett Millais en Dante Gabriel Rossetti. Na 1860 ging de beweging geleidelijk over in een vorm van estheticisme, ook wel de 'aesthetic movement' genoemd. Belangrijke exponenten van deze tweede golf waren opnieuw Dante Gabriel Rossetti Edward Burne-Jones, William Morris en Frederic Leighton, later ook John William Waterhouse en John Collier . De prerafaëlieten kenden nauwelijks een Europese pendant, maar hadden wel invloed op de bewegingen van het symbolisme en de Jugendstil.

Mijn persoonlijke favorieten zijn Dante Gabriel Rossetti die naast schilder ook dichter was, John William Waterhouse en Sir Edward Burne Jones. Maar er zijn ook vele anderen die de meest prachtige dingen schilderden. 

Dante Gabriel Rossetti: 

The Blessed Damozel


Veronica Veronese


Study for the Bower Meadow


John William Waterhouse:

Lamia


Nymphs finding the head of Orpheus


Psyche opening the Golden Box


Sir Edward Burne Jones:

The Golden Stairs


The Last Sleep Of Arthur in Avalon


Sleeping Beauty


Een volgende keer meer en andere Pre Raphaelite schilders. 

© KH

Monday 16 April 2012

Take control over your life



Afgelopen week, de week dat ik vrij had en lekker uit kon rusten, maakte ik me weer druk over van alles en nog wat. Ik heb gemerkt dat ik nog met veel te veel dingen in mijn hoofd zit. Wat ikzelf mijn leven laat bepalen. Ex drukt op de knopjes en ik reageer. Had ik niet gezegd dat ik dat niet meer liet gebeuren? Waarom laat ik dat dan keer op keer toe? Die vraag houd me zo bezig dat ik er zelfs 's nachts last van kreeg in de vorm van hyperventilatie. Dat vraagt om een drastische aanpak. Ik moet mezelf eens grondig onder de loep nemen dus.



Ik weet dat ik hier vaker over geschreven heb, it's getting old zo gezegd, maar als ik hier onderhand eens vanaf wil, zal ik dit moeten doen. Het is dat of de confrontatie met ex aangaan en ik weet dat ik daarvan nog meer last van ga krijgen. Niet alleen dat, ik wil het niet meer. Ik kan het niet meer. Ik ben nu bijna 6 jaar gescheiden verdikkeme!
Vorige week kreeg ik een berichtje van hem: hij had een sterk vermoeden dat ik de kids ervan weerhield bij hem te komen. Ik kwam net uit mijn werk, wist niet wat ik las. Stomverbaasd heb ik eerst een kwartier naar mijn schermpje zitten kijken. Om vervolgens te denken: Hier ben ik dus helemaal klaar mee. Met de achterdocht, de vervelende nare berichtjes. Ik heb netjes een berichtje terug gestuurd en gezegd dat ik geen negativiteit van hem meer in mijn leven wil. Dat we gescheiden zijn, vrienden zouden blijven en nu dat niet blijkt te lukken ik dan ook liever helemaal geen berichtjes meer ontvang. Ik heb het geprobeerd, jarenlang. Ik doe niet meer mee. Ik wenste hem het beste en heb gezegd dat ik niet meer zal reageren op wat voor berichten dan ook. Even later kreeg ik weer berichten, wat een onzin het was en ik moest me gewoon aan het convenant houden. Heel even kwam ik in de verleiding om te zeggen dat hij dat al jaren niet doet. Maar ik hield me aan mijn eigen belofte. Ik reageerde niet.

Oudste heeft er het meeste last van. Die moet nu alles doorgeven en volgens hem, oplossen. Zijn vader is niet voor reden vatbaar. Afgelopen vrijdag opende ik mijn mail nadat ik die bewuste laptop een week niet aangehad had. Het ding is zo langzaam dat hij op crashen staat vrees ik. Maar ja, mijn mail moest ik wel lezen. Maar goed ook, want ik had nog drie kwartier om me naar de school van Jongste te begeven voor een oudergesprek! Gelukkig is de school in mijn eigen straat! Tijd om de vader van mijn kinderen te waarschuwen was er natuurlijk niet meer. Die avond probeerde Oudste dat uit te leggen maar zijn vader begreep het niet. En natuurlijk kreeg ik weer een naar berichtje.



Waarom?, vraag ik me dan af. De man die me ooit eeuwige trouw beloofde, in voor en tegenspoed, die me nooit zou afvallen wat er dan ook gebeurde, waarom is hij juist zo veranderd? Ik denk dat de tia's die hij na zijn hartoperatie gekregen heeft er wel mee te maken hebben, maar is dat een excuus? Ik ben en blijf de moeder van zijn kinderen. Waarom ben ik hier thuis door de week de boeman/vrouw en is hij altijd en eeuwig de leuke papa?  Nooit heb ik overwogen het convenant te laten veranderen nu er geen enkele sprake meer is van co-ouderschap. Immers, voor mij was het contact, het vriendelijke contact, altijd belangrijker dan het geld.



Loslaten is het enige wat ik kan doen. Het loslaten, voor mezelf, voor de rust van mijn kinderen. Zo goed mogelijk proberen er te zijn voor hen met de mindere middelen die ik immers tot mijn beschikking heb, zonder de hulp en ondersteuning van hun vader. Ooit, uiteindelijk zullen zij het toch wel gaan zien zou je denken? Een leuke papa uithangen kan iedereen om het weekend, maar een echte vader zijn, daar draait het om. Laat ze dan in vredesnaam een echte moeder hebben die niet haar problemen bij hen neerlegt en het hen laat oplossen. Ik denk dat het daar om draait. Dat ik een manier vind te communiceren met ex zonder de kinderen erbij te betrekken. Zonder dat hij weer een manier vindt om mijn innerlijke rust te verstoren.

Ik moet eraan denken dat ex toen niet wilde veranderen en dat nu ook niet zal doen. Hij is zoals hij is, en dat is zijn probleem en niet dat van mij.
Ik moet gewoon voor mezelf blijven herhalen dat ik verantwoordelijk ben voor hoe ik erop reageer.
Ik hou mezelf voor rustig te blijven bij nare berichtjes of boze buien. En als ik met hem om moet gaan, als het niet anders kan, moet ik dat leren te doen zonder enige emotie te tonen. Het gaat immers om het belang van mijn kinderen. Als ik verantwoordelijkheid neem voor hoe ik reageer in het vervolg, niet meer emotioneel maar rustig en vastberaden en koel, kan hij niet meer aan de touwtjes trekken of op knoppen drukken. Hij zal niet weten wat hem overkomt en zich afvragen waarom ik zo reageer, omdat hij mij zo niet kent. En dat is dan weer zijn probleem en niet het mijne.

© KH

Gebroken Beloftes

Mijn hoofd zit vol
vol met vragen
En eigenlijk zou ik
jou uit willen dagen
Leg nou eens uit
waarom jij vindt
dat dit zo moet

Ik wil alleen maar rust
Rust in mijn kop
en in mijn lijf
Het houdt niet op
Wat eens was
Tussen jou en mij
is al zolang voorbij

Ik zie de pijn
pijn van onze oudste zoon
in zijn ogen 
al lijkt het inmiddels heel gewoon
ik voel al zolang hetzelfde
en jij, jij merkt niks
veroorzaakt het alleen

En ergens diep 
diep in mijn hoofd
weet ik wel hoe het komt
En toch je had het beloofd
Maar sinds je ziek geweest bent
ben je een ander
en ken ik je niet meer

Is het niet idioot
Idioot en stom
ooit was er liefde 
ik vraag me af waarom
gescheiden mensen voor 
hun kinderen niet beter
omgaan met elkaar

© KH

Sunday 15 April 2012

Muziek op zondag, One hit wonders

De eendagsvlieg of one hit wonders zoals ze het in de UK noemen. Iedereen kent wel dat ene liedje van die ene artiest die zo in je hoofd is blijven hangen maar daarna hoor je nooit meer wat van de band/artiest. Wat jammer nou. Het nummer was zo mooi. Vaak heeft zo'n artiest of band maar 1 hit gehad die in de hitlijsten gestaan heeft maar krijgen ze hun volgende nummers maar niet in die lijst. Wat niet wil zeggen dat ze niet meer optreden of albums maken. Vast wel bij de meesten, alleen niet voor een groter publiek vaak. Of je hoort het niet altijd meer op de radio, alleen maar dat ene hitje.

Dit zegt Wikipedia erover: Een eendagsvlieg is in de muziekindustrie een act (artiest of groep) die slechts één hit heeft gehad in de hitparade. Eendagsvliegen hoeven niet per definitie onsuccesvol in de muziekindustrie te zijn, zo zijn er acts die meestal buiten het popmuziekgenre van de hitparades vallen en daardoor weinig singles verkopen. De naam verwijst naar de eendagsvlieg. 


Maar ik moet toegeven, er staan artiesten en nummers tussen die lijst op Wiki, waarvan ik best snap dat ze nooit meer een hit gehad hebben! Een hoop (in mijn oren) bagger ook dus.

Maar toch deze is bijvoorbeeld; 1 van mijn favoriete nummers. Nooit echt bij stil gestaan maar deze band had in 1976 met dit nummer toch echt een one hit wonder te pakken:





Hoeft niet lang te raden wie dit nummer geschreven hebben! (uhm staat ook al op mijn mp3. Tja, heb iets met die mannen, hebben ooit boven mijn bed gehangen enzo... ;-) )



Omdat er in de Nederlandse lijst zoveel bagger staat ben ik uitgeweken naar een Engelstalige One hit wonders lijst!



O ja deze, toch is ie best lekker! :-)





Ook deze 2 staan op mijn mp3!





En nee, normaal vind ik dit soort nummers niks, maar deze... pakte me vanaf dag 1! En nog!



Ook een erg lekker nummer:



© KH

Friday 13 April 2012

Friendship according to Pooh



Piglet sidled up to Pooh from behind.
“Pooh!” he whispered.
“Yes, Piglet?”
“Nothing,” said Piglet, taking Pooh’s paw.
“I just wanted to be sure of you.”
A.A. Milne

If there ever comes a day, when we can't be together, keep me in your heart, I'll stay there forever.
Christopher Robin



"Pooh, how do you spell love?"
"You don't spell it, you feel it."
Piglet


"Pooh, promise me you won't forget about me, ever. Not even when I am a hundred."
Pooh thought for a little.
"How old shall I be then?"
"Ninety-nine."
Pooh nodded. "I promise," he said.
A.A. Milne


"Sometimes", said Pooh, 'The smallest things take up the most room in your heart."
Winnie the Pooh



© KH